Geschiedenis van de gemeente

Photographie Aérienne de la commune de Woluwe-saint-Pierre

De geschiedenis van de gemeente wordt uitvoerig beschreven in “Sint-Pieters-Woluwe. Een rijk verleden” onder leiding van Geneviève Lacroix. Maart 20102, 312 bladzijden. http://genevievelacroix.be/genevievelacroix/Woluwe-Saint-Pierre,_Histoire_et_terroir.html 

 

Prijs van het boek: 40 €

verkrijgbaar aan het onthaal van het gemeentehuis.

 

 

We kunnen de geschiedenis van het grondgebied sinds de XIIe eeuw traceren, maar de gemeente Sint-Pieters-Woluwe heeft haar grote ontwikkeling in de XIXe en XXe eeuw gekend. In deze periode werd het imago getransformeerd van landelijke omgeving naar residentiële gemeente. Postkaarten van toen zijn een perfect bewijs van deze evolutie.

 

Waar komt de naam van de gemeente vandaan? Sint-Pieters-Woluwe, genoemd naar een beekje

Sint-Pieters-Woluwe dankt haar toponiem aan de Woluwebeek die de gemeente doorkruist en aan de oudste parochie van het gebied.

De Woluwe, een zijrivier van de Zenne, ontspringt in het Zoniënwoud in Watermaal-Bosvoorde en stroomt vervolgens door Oudergem, Sint-Pieters-Woluwe, Sint-Lambrechts-Woluwe, Kraainem en Sint-Stevens-Woluwe. De naam vindt zijn etymologie in de Germaanse taal: “Wele, Woel, Wale” betekent “bron” of “fontein”, “ouwe” betekent “natte weide”.

De oudste parochie op het gebied dateert uit de Middeleeuwen en is gewijd aan Sint-Pieter. De eerste vermelding van deze kerk is zichtbaar in een charter van 1164. Dit charter gaat over de schenkingsakte van de kerk en haar bijgebouwen aan de abdij van de Benedictinessen van Vorst door de bisschop van Cambrai, waarvan de parochie afhing.

Het onderscheid tussen Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Lambrechts-Woluwe vond plaats in de XVe eeuw. In de loop van de tijd werd de gemeente achtereenvolgens genoemd: Wolewe in 1154, Obwolewa in 1164, Welewe in 1270, Woluwe Santi Petri in 1409 en St. Peters Woluwe in 1435.

 

De oorsprong (1117-1800)

De naam “Wolewe” wordt voor het eerst genoemd in 1117 in het charter van het Cartularium van Vorst.

Sint-Pieters-Woluwe vindt haar oorsprong in een belangrijk gehucht met uitgestrekte boerderijen die bijna zeven eeuwen lang werden uitgebaat door de Abdij van Parck (in de buurt van Leuven). We weten niet of onze gemeente aan het begin van haar bestaan door een of meer kasteelheren werd beheerd; maar wat we zeker weten is dat de abdij een essentiële rol speelde.

Terwijl rond 1561 de revolutie tegen Spanje rommelde, heerste er in de regio veel armoede en hongersnood. Om diefstal tijdens de opvordering en het plunderen te voorkomen, werden de klokken van de Sint-Pieterskerk verborgen. Ze zullen in 1585 naar hun plaats terugkeren. Deze crisis eindigt onder de regering van Albrecht en Isabella. In 1617 besloten ze de toegangswegen tussen Brussel en Tervuren te verbeteren en bouwden ze een weg, die nu gekend is als de “Hertogstraat”.

Bij het begin van de Franse bezetting maakt de gemeente een andere periode van onveiligheid mee. Anarchie overheerst. Veel gewapende bendes zwerven door het bos. De bewoners, gedreven door inactiviteit en armoede, stropen en decimeren een groot deel van het wild. Herten, damherten, reeën en wilde zwijnen verdwijnen dan. Omdat steenkool en brandhout schaars en dus duur waren, werden de veengebieden in het Woluwedal uitgebaat.

De uitbating van de venen zal duren tot 1840.

 

De eerste Gemeenteraden (1800)

Onder Napoleon Bonaparte’s consulaat schafte de wet van 18 maart 1800 de kantonnale gemeenteraden af en herstelde de autonomie van de gemeenten. Marc Fabry, de eerste burgemeester van de gemeente en zijn adjunct, Philippe Theunis, zijn op 26 mei 1800 in functie getreden. Pas op 13 januari 1819 vond de eerste gemeenteraad plaats onder het voorzitterschap van burgemeester Henri Van Keerbergen.

Bij de onafhankelijkheid van België in 1830 beval de Voorlopige Regering de vernieuwing van de gemeenteraden. Rechtstreekse en betaalde verkiezingen stellen de burgers in staat om gemeentelijke magistraten te benoemen.

Een van de verwezenlijkingen van deze Raad is de bouw van de eerste openbare school in de gemeente. Het gebouw werd ook gebruikt als gemeentehuis tot 1958, toen het werd gesloopt na de bouw van het nieuwe gemeentehuis aan de Charles Thielemanslaan. Deze nieuwe Raad moet zich ook buigen over de poging van Stokkel om onafhankelijk te worden.

 

 

Eerste ontwikkeling onder Leopold II (1880 – 1906)

postkaart – Tervuerenlaan in rechte lijn © Gemeentelijke administratie van Sint-Pierters-

 

De gemeente, waarvan de belangrijkste middelen afkomstig waren uit de landbouw, onderging een langzame maar geleidelijke evolutie onder de impuls van Leopold II (1835-1909).

In 1880 werd de spoorlijn aangelegd die de Leopoldswijk en Tervuren verbindt, met twee stations op het grondgebied van Sint-Pieters-Woluwe. Deze spoorlijn zal tot 1958 worden uitgebaat en daarna worden vernietigd. De ligging is nog steeds zichtbaar dankzij de Groene Wandeling.

In 1897, ter gelegenheid van de Internationale Tentoonstelling van het Jubelpark, ontwikkelde Leopold II het project van een verbinding tussen het Jubelpark en het Kasteel van Tervuren. Deze verbinding, die de Tervurenlaan zal heten, zal worden omzoomd door een tramlijn die de mobiliteit van de tentoonstellingsbezoekers toelaat. Geleidelijk aan werden langs de laan herenhuizen gebouwd die ontworpen zijn door grote architecten, zoals het Stocletpaleis.

Deze stedelijke ontwikkeling leidt tot een toename van de bevolking. Geleidelijk aan wordt de gemeente getransformeerd van een landelijk gebied naar een woongebied.

 

Nieuwe ontwikkeling na 1918

Tijdens het interbellum beleefde de gemeente een nieuwe ontwikkeling. Het gemeentebestuur werkt samen met verschillende bedrijven om nieuwe, volledig uitgeruste wegen te creëren. Zo bouwde de “Société locale d’Habitation à bon Marché” in 1921, met de financiële steun van de gemeente, de tuinstad van Mooi-Bos.

Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde de stedenbouw zich exponentieel. De wijken van Mooi-Bos, Stokkel en Europa waren geboren. Een nieuw gemeentehuis, een sportcentrum, het rusthuis Koning Boudewijn, de Vriendschapswijk en verschillende gemeenschapscentra worden gebouwd.

Met het oog op deze groei werden de communicatieroutes verbeterd: er werden wegen aangelegd in de richting van Sint-Lambrechts-Woluwe, tramlijn 39 werd uitgebreid en op het Dumonplein werd in 1988 een eindstation van metrolijn 1B ingehuldigd.

 

postkaart – Mooi-Bos, Avenue Crokaertlaan © Gemeentelijke administratie van Sint-Pierters-

Verder gaan in Geschiedenis van de gemeente